Huidkanker: verdachte huidafwijkingen herkennen en behandelen
In deze cursus worden de meest voorkomende non-melanocytaire huidkankers (basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom) besproken.
Prijzen
Beroepen
Competenties
Sprekers
Prof. dr. W. Bergman
Dermatologie
Wilma Bergman werd opgeleid tot dermatoloog in het LUMC, ze rondde de opleiding af in 1986. In 1988 promoveerde zij met het proefschrift ‘The dysplastic naevus syndrome: clinical and fundamental aspects’. Sinds die tijd is zij werkzaam geweest in het LUMC, aanvankelijk als chef de policlinique, later als interim afdelingshoofd. Sinds 2001 was zij onderwijscoördinator dermatologie en gaf zij intensief onderwijs aan studenten en arts-assistenten in opleiding tot dermatoloog. Zij ontving drie keer een onderwijsprijs, waaronder in 2010 de Boerhaavepenning voor de meest innovatieve Boerhaavecursus van 2010, vanwege de toepassing van ‘blended learning’, waarbij presentaties, practica en e-modules elkaar afwisselen. Ook was zij betrokken bij de curriculumherziening van het LUMC in 2012 en heeft zij veel nieuw onderwijs gemaakt voor de bachelorfase, waaronder e-learningmodules.
Dr. R.E. Genders
Dermatoloog
Roel Genders is opgeleid tot dermatoloog in het LUMC en werkt daar als staflid sinds 2013. Hij is tevens werkzaam in de Roosevelt Kliniek. In 2019 promoveerde hij met het proefschrift ‘Basic and clinical features of cutaneous squamous cell carcinoma in organ transplant recipients’. Zijn aandachtsgebieden zijn de dermato-oncologie en de dermatochirurgie. Over deze onderwerpen geeft hij ook regelmatig onderwijs aan studenten, arts-assistenten, medisch specialisten en huisartsen. Net als prof. dr. Wilma Bergman heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd aan de curriculumherziening van het LUMC en heeft hij onderwijs gemaakt met als onderwerpen huidkanker en gepigmenteerde afwijkingen voor dit curriculum.
Doelen
In deze cursus worden de meest voorkomende non-melanocytaire huidkankers (basaalcelcarcinoom, plaveiselcelcarcinoom) besproken in samenhang met relevante precursors en look-a-likes, zoals M. Bowen en actinische keratosen. Het doel is voornamelijk klinische herkenning en beleid; er zal niet diep worden ingegaan op epidemiologie, pathomechanisme of histologie.
Huidkanker treft 1 op de 5 mensen en 40% van hen krijgt een tweede of volgende tumor doordat grote delen van de huid dezelfde (overmatige) UV-blootstelling hebben gehad (field cancerisation). De sterfte en morbiditeit is laag, maar het volume (ca. 55.000 gevallen per jaar in Nederland) drukt zwaar op de (eerstelijns)gezondheidszorg. Actinische keratosen, potentiële voorlopers van plaveiselcelcarcinoom, komen voor bij meer dan 50% van de mannen boven de 70 jaar en 25% van de vrouwen. De behandeling hiervan is veelal lokaal met vloeibare stikstof of met een lokaal cytostaticum. Deze toepassing wordt uitgebreid besproken. De behandeling van huidkanker is overwegend chirurgisch en vindt meestal plaats in de tweede lijn. Nederland bestaat sinds 2017 een NHG-Standaard ‘Verdachte Huidafwijkingen’. Deze richtlijn wordt in deze cursus gevolgd.
INHOUDSOPGAVEModule 1
Introductie: melanoom
Casus 1
Melanoom
• Superficieel spreidend melanoom (SSM)
• Nodulair melanoom (NM)
• Acrolentigineus melanoom (ALM)
• Lentigo maligna melanoom (LMM)
• Lentigo maligna (LM)
Verschillende vormen herkennen
Epidemiologie
Behandeling en beleid
Risicofactoren voor melanoom
• Voorlopers
Module 2
Introductie:
benigne gepigmenteerde tumoren
Vóórkomen
Benigne pigmentlaesies
• Atypische naevus
• Blue naevus
• Dermale naevus
• Papillomateuze naevus
• Dermatofibroom
• Verruca seborrhoica
• Lentigo benigna/lentigo senilis
Klinisch beeld van benigne pigmentlaesies
Evaluatie
Eindtoets