Programma

17.30 uur Aanvang

Ontvangst met broodjesbuffet

17.55 uur Welkomstwoord

door Rick Brouwer, klinisch chemicus

18.00 uur Het ziekenhuis in 2030, bestaat dat nog wel?

Prof. Dr. L. Witkamp, MD, CEO Telemedicine at the Department of Clinical Informatics of the Faculty of Medicine at the University of Amsterdam

De zorg zal in de komende jaren ingrijpend veranderen, zoals dat ook in andere sectoren gebeurd is. Wij gaan niet meer langs het bankfiliaal om geld op te nemen, en ook niet meer naar de reiswinkel voor ons ticket van KLM. Tegelijkertijd boeken wij onze overnachting bij Airbnb bij een particulier en nemen wij een taxi bij Uber. Deze trend zal zit ook voordoen in de zorg.

Sterker nog: doet zich al voor in de zorg. Behandeling thuis onder supervisie van de medisch specialist, oogzorg door een optometrist, beoordeling van je moedervlek via een App.

Welke consequenties zal dit hebben voor het ziekenhuis, de huisartsenpraktijk en voor de paramedische praktijken in de regio? Bestaat het ziekenhuis nog wel in 2030? En welke rol zal de patiënt hierin spelen.

18.20 uur Visie diagnostiek Medlon & Unilabs

Michiel Boehmer, Group Director Unilabs, over de ontwikkelingen in diagnostiek in Europa en hoe Unilabs daarop inspeelt.

18.40 uur Lab on site 

Toepassing van Point-of-Care Testing in de Eerstelijnszorg

dr. H. Krabbe, klinisch chemicus

Voor veel huisartsen is POCT tegenwoordig niet meer weg te denken uit de huisartsenpraktijk. De toename van populariteit van het gebruik van POCT in de huisartsenzorg heeft verschillende oorzaken, waaronder wetenschappelijk bewijs voor de meerwaarde van specifieke POC-testen en door technologische ontwikkelingen.

De volgende leerdoelen zullen worden behandeld:

• Huidige POCT toepassen
• Kwaliteit: noodzaak of paarse krokodil?
• POCT in de toekomst

18.55 uur Rol van genetica bij farmacologie 

Potentie van farmacogenetische diagnostiek

dr. R. Maatman, klinisch chemicus

In de presentatie zal ingegaan worden op farmacogentisch onderzoek, wat het inhoudt en bij welke medicatie en patiëntengroepen dergelijk onderzoek zinvol is. Aan de orde komt:

• Wat is farmacogenetica?
• Wat is het nut van farmacogenetica?
• Bij welke medicatie kan farmacogenetisch onderzoek nuttig zijn? 

19.10 uur Pauze

19.45 uur Start carroussel

Allergie, wie heeft het nie? 

Interpretatie van allergiediagnostiek - mw. dr. L. Mulder, klinisch chemicus/med immunoloog  

De betekenis van de uitslag van een specifieke IgE test (sIgE, voorheen RAST) is niet altijd makkelijk te interpreteren. Bij sommige allergenen is er een duidelijke relatie tussen de hoogte van de uitslag en de kans op klinische symptomen. Maar er kan ook sprake zijn van kruisreactiviteit. Doordat sommige allergenen behoren tot conservatieve eiwitfamilies komen ze in diverse species voor en kunnen ze door middel van kruisreactie met meerdere allergeenmengsels reageren. In de patiënt zijn deze kruisreacties soms wel klinisch relevant en soms ook niet. Tot nog toe wordt sIgE gemeten tegen mengsels van allergenen, er wordt bijvoorbeeld een extract van graspollen gebruikt, waar diverse eiwitten in aanwezig zijn. Maar het is steeds beter mogelijk te definiëren welke componenten een relatie tonen met klinische symptomen en welke niet. Ook het meten van sIgE is tegen steeds meer van deze componenten mogelijk.

In deze nascholing wordt de achtergrond van de kruisreagerende allergenen behandeld, de consequenties daarvoor in de klinische praktijk. Tevens wordt een overzicht gegeven welke componentanalyses mogelijk zijn, en wanneer deze echt een toegevoegde waarde in de praktijk hebben.

Routine is geen routine 

Ontwikkelingen in cholesterol monitoring - dr. C. Doelman, klinisch chemicus

In deze lezing zal het cholesterolmetabolisme nog worden gepresenteerd. Daarbij komen de erfelijke afwijkingen aan de orde. Deze worden eenvoudig weergegeven. Vervolgens volgt een uitleg hoe op een eenvoudige wijze kan worden bepaald welke erfelijke afwijking is opgetreden. Daarbij speelt de bepaling van Apolipoproteine B een grote rol. Aan het einde van de presentatie volgt een korte inleiding over nieuwe medicatie (bijvoorbeeld PCSK9-remmers) en waar deze in het metabolisme ingrijpen.

De doelstelling is om de huisarts vertrouwd te maken met de nieuwe diagnostiek (Apo B) en hoe eenvoudig een erfelijke cholesterol metabolismestoornis kan worden opgespoord.

Landelijk is de opsporing van deze erfelijke stoornissen al vele jaren aan de gang. Echter in Twente lijkt er sprake te zijn van onderdiagnostiek. Er zijn verhoudingsgewijs minder dragers van dergelijke stoornissen bekend in Twente. Mogelijk geven de nieuwe diagnostische mogelijkheden de huisarts meer aanwijzingen en mogelijkheden voor opsporing.  

Bloedstolling anno 2018 

diagnostiek van bloedstolling bij huidige medicamenteuze therapieën - dr. A. De Graaf, klinisch chemicus AIOS

In deze presentatie wordt een overzicht gegeven van de verschillende fases van de bloedstolling en welke testen afwijkingen in deze fases kunnen opsporen. Tevens wordt er aandacht geschonken aan de belangrijkste testen om de meest voorkomende antistollingsmiddelen te kunnen monitoren.

Leucocyten differentiatie: en nu?

Interpretatie van het bloedbeeld, de “diff” in het bijzonder - dr. A. de Mare, klinisch chemicus

De differentiatie van leucocyten is een zeer bekende en veel toegepaste parameter in de diagnostiek bij verdenking infectie, ontsteking en maligniteit. De absolute neutrofielen is een veel aangevraagde parameter in de eerstelijn, hoewel de standaard differentiatie uiteraard bestaat uit meer componenten, waaronder de lymfocyten. Met name deze laatste populatie levert nog wel eens onduidelijkheid op bij de interpretatie en mogelijkheden voor vervolgonderzoek. In deze sessie wordt uitleg gegeven over de analyse en interpretatie van het algemene bloedbeeld, en de leucocyten differentiatie in het bijzonder.

21.15 uur Afsluiting met borrel