Opgroeien in een adoptiegezin, pleeggezin of gezinshuis
Prijzen
Beroepen
Sprekers
dr. Anneke Vinke
Docent
Dr. Anneke Vinke is GZ-psycholoog & Orthopedagoog Generalist. Zij is verder geregistreerd als Lichaamsgericht Werkend Psycholoog-NIP, Registerpsycholoog en supervisor Kind & Jeugd NIP, en gecertificeerd in Sensorimotor Psychotherapy. Daarnaast verzorgt zij voor het NIFP civielrechtelijke onderzoeken. Zij is sinds 2006 gastmedewerker bij de Universiteit Leiden, Master Forensische Gezinspedagogiek. Anneke specialiseerde zich in de behandeling van gehechtheid en trauma bij geadopteerden en pleegkinderen en behandelt als vrijgevestigde in haar praktijk zowel jeugd als volwassenen.Ouders en kinderen horen bij elkaar en het streven is om kinderen en ouders hulp en steun te bieden zodat zij bij elkaar kunnen blijven. Desondanks zijn er ouders die hun kinderen niet willen, kunnen of mogen opvoeden. Deze kinderen groeien bij voorkeur op in een ander gezin of andere gezinsomgeving. Literatuur toont onomwonden aan dat gezinsopvoeding boven andere vormen van opvang gaat.
Een leven lang… de kinderbeschermingsmaatregelen adoptie en pleegzorg (inclusief gezinshuizen) hebben levenslang impact op geboorte-ouders, kinderen en de nieuwe gezinnen waarin ze opgroeien. De juridische basis van deze vormen van gezinsopvoeding verschilt. Adoptie is nagenoeg onomkeerbaar: eenmaal geplaatst in een adoptiegezin blijft een kind daar tot in volwassenheid. Pleegzorg blijkt dikwijls tijdelijk: een derde tot de helft van de pleegzorgplaatsingen wordt voortijdig afgebroken. In gezinshuizen - bedoeld als permanente plek - wonen kinderen gemiddeld maar 2,7 jaar (Ter Meulen, Vinke, De Baat + Spoelstra, 2014). Adoptie gaat regelmatig gepaard met veel en complexe hulpvragen, maar uithuisplaatsingen komen in adoptiegezinnen veel minder voor dan overplaatsingen in pleegzorg of in/naar gezinshuizen.
Al met al is er een grote uitdaging om pleeg-, adoptie- en gezinshuis-kinderen en hun gezinsleden regulier en tegelijk specifiek hulp te bieden. Daarvoor is het belangrijk dat je je bewust bent van wat er specifiek is aan adoptie, pleegzorg en opgroeien in een gezinshuis. Daarna komt de vraag hoe hulp op maat het permanente karakter van deze gezinsvormen kan ondersteunen en bestendigen. Het gaat daarbij om hulp tijdens het opgroeien en om hulp in latere levensfasen.
Belangrijke thema’s zijn rouw, ingroeien in het nieuwe gezin, het aangaan van duurzame en veilige gehechtheidsrelaties, het omgaan met loyaliteit en het opgroeien in verschillende culturen, vormen van een stabiel zelfbeeld en het vinden van een eigen identiteit. Kan en mag een kind (of later de volwassene) thuis zijn in twee werelden: het nieuwe gezin en het gezin (dan wel land) van oorsprong? Wil het contact? Is er contact? Hoe krijgt contact vorm?
Vroegkinderlijke ervaringen, Early Life Stress en trauma kunnen doorwerken tot in de volwassenheid. Deze worden echter in de praktijk niet altijd meegenomen in diagnostiek en behandeling wanneer kinderen, jeugdigen of volwassenen zich aanmelden voor hulpverlening. Er is geen DSM-5-TR classificatie die adoptie, pleegzorg of gezinshuisopvoeding meeneemt, terwijl deze bij ggz-hulpvragen wel een onderliggende rol kunnen spelen. Het is belangrijk dat je deze kunt herkennen en passend kunt meenemen in diagnostiek en behandeling.
In deze cursus gaan we vanuit een pedagogisch psychologische invalshoek in op de eerder genoemde thema’s. We bieden je een stevige theoretische en praktische basis om in je dagelijks werk de extra dimensie van ‘groot worden in een ander gezin dan je geboortegezin’ te onderkennen en hier verantwoord mee te werken.