Reanimatie pasgeborene ACUVER (n24)
Tijdens deze training zal de ondersteuning van de pasgeborene tijdens de transitie centraal staan. De training wordt voor zowel 1e lijns als klinisch verloskundigen aangeboden. Voor klinisch verloskundigen ligt de focus tijdens de bijeenkomst op de klinische opvang van de pasgeborene tijdens de transitie en bij calamiteiten < 28 dagen pp. (incl. prematuur)
Prijzen
Datum en locatie
Beroepen
Competenties
Tijdens deze praktijkgerichte training wordt de reanimatie van de pasgeborene behandeld. Er wordt uitgebreid geoefend in het reanimeren en beademen met een ballon-masker bij de "natte" pasgeborene. Daarnaast wordt tevens de reanimatie middels NEOPUFF en NEOTEE geoefend.
Opzet:
Centraal in de training staat het trainen van reanimatie vaardigheden.
Naast vaardigheidstraining zullen tevens scenario's worden geoefend.
De vaardigheden worden geoefend op fantoom en middels casusoefening.
De training wordt zowel mono- als multidisciplinair aangeboden.
Trainingen vinden plaats op de opleidingslocatie Vrouw&Zorg, Amsterdam of Heerenveen en kunnen ook als Incompanytraining op de eigen locatie worden georganiseerd.
Voorbereiding: Reader en e-toets/zelfevaluatie
Onderwijsmateriaal: e-learning/reader en e-toetsing, fantoomoefening, simulatietraining
Doelstellingen:
De deelnemer:
- anticipeert op complicaties die leiden tot reanimatie
- herkent de risicofactoren en symptomen die leiden tot reanimatie
- herkent afwijkende parameters die vragen om reanimatie (pasgeborene)
- past evidence based/best practice reanimatie protocollen toe (pasgeborene)
- assisteert zo nodig bij het verrichten van reanimatie
- verricht de verpleegkundige/verloskundige handelingen om de reanimatie uit te voeren of verdere escalatie te voorkomen.
- schakelt tijdig de juiste disciplines in die nodig zijn
- werkt samen met alle betrokken disciplines
- neemt waar nodig leiding of delegeert de leiding
- past evidence based/best practice protocollen toe
- neemt deel aan (multidisciplinaire) evaluaties m.b.t. reanimaties waar hij/zij bij betrokken was.
- kan door reflectie de eigen kennis en vaardigheden en die van collega’s verdiepen.
- kan goed en correct communiceren (SBAR), gedurende de uitvoering van de zorg tijdens verloskundige calamiteiten, naar:
> patiënt (en partner/familie)
> betrokken zorgverleners
> 2'lijn (overdracht)