Basis- en vervolgcursus Schematherapie
Schematherapie is een gespecialiseerde vorm van cognitieve therapie waarin methoden en technieken uit interpersoonlijke-, experiëntiële- en psychodynamische therapie geïntegreerd zijn. Deze cursus schematherapie bestaat uit een basis- en een vervolgdeel.
Prijzen
Datum en locatie
Beroepen
Het uitgangspunt bij de Basis- en vervolgcursus Schematherapie is dat bepaalde (vroege) leerervaringen in samenhang met specifiek temperament hebben geleid tot het ontstaan van disfunctionele schema’s (valkuilen) en modi, die belangrijk zijn bij het ontwikkelen van persoonlijkheidsstoornissen en hardnekkige stemmings- en angststoornissen. Opsporing, beïnvloeding en verandering van deze schema’s en modi is het doel van de behandeling. De cursus start met een korte inleiding in de schema therapie en gaat vervolgens specifieker in op het modusmodel. De cursus richt zich op het leren behandelen van patiënten met persoonlijkheidsstoornissen of klachten van hardnekkige angst- en stemmingsstoornissen waarvoor As I behandeling onvoldoende heeft geholpen.
In de cursus Schematherapie wordt het volgende behandeld: het theoriemodel schematherapie (schema- en modimodel, basisbehoeften), wetenschappelijk onderzoek en toepassingen, de randvoorwaarden voor het opzetten en uitvoeren van een schematherapie en de fasen binnen het schematherapie model, houding en interventies van de therapeut. Alsmede het diagnostisch model, w.o. indicatiestelling en diagnostiek middels intakegesprek, afname vragenlijsten en diagnostische gebruik van technieken als neerwaartse pijl en imaginaties, waarbij de cursisten oefenen in het maken van de stappen van de casusconceptualisatie.
Er wordt aandacht besteed aan de motivatie van de patiënt voor deelname aan therapie en bespreekbaar maken van valkuilen van patiënt in de therapie. De cursist doet schema-CGT-technieken op (zoals informatie verzamelen, voor- en nadelen-analyse, schemadagboek, taartdiagram, meerdimensionaal evalueren en de rechtbanktechniek) en schema-experiëntiële- technieken (zoals imaginaties, meerstoelentechniek en historisch rollenspel). Er is veel aandacht voor de therapeutische relatie door middel van het verdieping modimodel bij BPS en NPS, keuze van interventies en therapeutische relatie, en verdieping modimodel bij cluster C problematiek, keuze van interventies en therapeutische relatie.