Antipsychotica, kenmerken en hun rol bij dementieën

Antipsychotica, weten we nog dat er na de introductie van clozapine een indeling is ontstaan in klassieke (of typische) en atypische antipsychotica en waarom dat geschiedde? Binnen de groepen bestaat inmiddels een grote diversiteit in de neurotransmittersystemen waarop wordt aangegrepen, en de daarmee samenhangende bijwerkingen. Mede daardoor zijn er ook verschillen in indicaties. Klassiek zijn de indicaties psychose, manie (bipolaire stoornis), ernstige opwinding en onrust (delier), misselijkheid en braken.

Inmiddels zijn er ook andere indicaties zoals gedragsstoornissen en autismespectrumstoornissen bij kinderen.

Mede door het brede voorschrijfspectrum is het voor de apotheker soms onduidelijk hoe het medicamenteuze beleid er uitziet bij de psychogeriatrische aandoeningen, bijvoorbeeld in een

verzorgingshuis of verpleeghuis. En wat is de plaats van antipsychotica bij demente ouderen met gedragsproblemen? Wanneer overweegt een arts een depotpreparaat te kiezen? Kan het combineren van antipsychotica zinvol zijn en hoe zit het met de vergoeding op basis van indicatie?

UITVOER

Tijdens deze cursus gaan we naast deze vragen uiteraard ook kijken naar de farmacotherapeutische eigenschappen.

INHOUD

Afgestemd op het aanwezige en te wensen kennisniveau van de apotheker komen aan bod:

• de indeling in de klassieke en atypische antipsychotica en waardoor dit ontstond;
• de verschillende indicaties van antipsychotica;
• de werkzaamheid, kenmerkende bijwerkingen, contra-indicaties, toedieningsvorm en doseringen ;
• het effect van de verschillende antipsychotica op positieve en negatieve symptomen;
• op- en afbouwen van doseringen bij start, switch en stoppen van de therapie;
• het combineren van antipsychotica onderling en met antidepressiva;
• de plaats van antipsychotica bij de zieke van Parkinson en vooral bij dementie.