Differentiaaldiagnostiek dissociatieve stoornissen, ernstige persoonlijkheidsstoornissen, nabootsing
Hoe maak je een onderscheid tussen dissociatieve symptomen, persoonlijkheidsstoornissen met dissociatieve symptomen, nabootsing en comorbiditeit met andere stoornissen? Deze cursus vergroot je differentiaaldiagnostische vaardigheden. Je oefent met diagnostische instrumenten en verdiept je in de mogelijkheden voor behandeling van cliënten met deze problematiek.
Prijzen
Datum en locatie
Beroepen
Sprekers
drs. Desiree Tijdink
Docent
Desiree Tijdink is psychiater, psychotherapeut, relatie- en gezinstherapeut, supervisor NVP. Zij is werkzaam als teamleider behandelzaken bij Transit Top Referent Trauma Centrum, onderdeel van Centrum voor Psychotherapie, GGZ Centraal in Ermelo. Desiree heeft jarenlange ervaring in diagnostiek en behandeling van mensen met dissociatieve stoornis en als docent/supervisor.
Doelen
Wat leer je?
De diagnostiek van dissociatieve symptomen is in de meeste opleidingen een onderbelicht thema. De toenemende aandacht voor de gevolgen van vroegkinderlijke traumatisering op de lange termijn maakt verdieping van diagnostische kennis ten aanzien van traumagerelateerde problematiek - waaronder de complexe posttraumatische stress stoornis en de dissociatieve stoornissen - noodzakelijk. In deze cursus wordt ingegaan op de differentiaal diagnostiek tussen dissociatieve stoornissen, de cluster B persoonlijkheidsstoornissen met dissociatieve symptomen, nagebootste stoornis en co-morbiditeit met andere stoornissen.
Jouw diagnostische vaardigheden worden vergroot om dissociatieve symptomen te leren herkennen en adequaat te kunnen behandelen. Op grond van de aard en de ernst van de dissociatieve problematiek en de persoonlijkheidsproblematiek volgt de indicatie voor verschillende behandeltrajecten.
Wat kun je verwachten?
- Screenen op de aanwezigheid van pathologische dissociatieve symptomen (zowel somatoform als psychogeen) aan de hand van screeningsinstrumenten (DES en SDQ-20).
- Onderscheid tussen een dissociatieve stoornis, dissociatie als symptoom bij BPS en een nagebootste stoornis.
- Dissociatieve stoornissen vaststellen aan de hand van gestructureerd diagnostisch interviews SCID-D (Gestructureerd Diagnostisch Interview voor DSM-IV dissociatieve stoornissen) en TADS-I (Trauma and Dissociation Symptoms Interview (Boon, Matthess, niet gevalideerd, 2015).
- Complexe co-morbiditeit bij trauma gerelateerde stoornissen.
- Gevolgen van behandeling tussen verschillende diagnostische groepen (dissociatieve stoornis, BPS en nagebootste stoornis).
- Fasen gerichte behandeling voor complexe dissociatieve stoornissen: fase 1 stabilisatie en symptoomreductie, fase 2 behandeling van traumatische herinneringen, fase 3 persoonlijkheidsreïntegratie en rehabilitatie. Het accent ligt op fase 1.
- Psychodynamische, gedragstherapeutische (overwinnen van specifieke fobieën) en systemische aspecten van de behandeling.
- Valkuilen in de behandeling, in het bijzonder met betrekking tot de therapeutische relatie en voortijdig 'open leggen'.
- (Contra)indicaties voor fase 2, behandeling van traumatische herinneringen.
Op dag 2, 3 en 4 worden de diagnostische onderzoeken aan de hand van de door jou zelfgemaakte video-opnamen van de SCID-D en/of TADS-I besproken.