Vitaal houden van de pulpa - Indicatie en klinische uitvoering
Een geëxponeerde pulpa is nog lang geen verloren orgaan. Een tandpulpa die niet geïnfecteerd is met micro-organismen en die op de juiste manier wordt overkapt, heeft het vermogen om te regenereren, waardoor het gebitselement zijn vitaliteit behoudt.Prijzen
Beroepen
Sprekers
Till Dammaschke
Auteur
Till Dammaschke werd geboren in 1965 en studeerde aanvankelijk sociologie, politieke wetenschappen en geschiedenis aan de Georg-August-Universiteit te Göttingen. In 1987 veranderde hij van studierichting en ging tandheelkunde studeren. In 1993 behaalde hij aan de voornoemde universiteit zijn tandartsdiploma. In 1994 werd Till Dammaschke onderzoeksassistent in de polikliniek voor tandheelkunde van de Westfälische Wilhelms-Universiteit in Münster. In 1996 promoveerde hij aan de Georg-August-Universiteit te Göttingen. In 1998 werd Till Dammaschke benoemd tot hoofd van de polikliniek voor tandheelkunde van de Westfälische Wilhelms-Universiteit in Münster, waar hij in 2007 in de Academische Raad kwam. In 2009 werd hij benoemd tot universitair docent en lid van de Overkoepelende Academische Raad. In 2021 werd hij benoemd tot hoogleraar. Sinds 2015 is Till Dammaschke hoofd van de afdeling Cariologie en Kindertandheelkunde in Münster.Georg Benjamin
Auteur
Georg Benjamin studeerde in 2010 af als tandarts aan de Julius-Maximilians-Universiteit in Würzburg en ging vervolgens aan de slag in zijn geboortestad Berlijn. Tijdens het coschappen lopen in Brieselang (Brandenburg) ontdekte hij zijn voorliefde voor de endodontie en in het bijzonder voor vitale-pulpabehandelingen. Georg Benjamin rondde vervolgens met succes een opleiding in de endodontie af, waarna hij als tandarts-endodontoloog in Berlijn is gaan werken. Naast zijn werk als tandarts maakt hij de podcast Saure Zähne Dental en is hij actief als spreker in Duitsland en daarbuiten. Georg Benjamin werkt tegenwoordig in het Dentalzentrum Bayreuth.Doelen
Na het doorlopen van deze eLearning:
Een geëxponeerde pulpa is nog lang geen verloren orgaan. Een tandpulpa die niet geïnfecteerd is met micro-organismen en die op de juiste manier wordt overkapt, heeft het vermogen om te regenereren, waardoor het gebitselement zijn vitaliteit behoudt. Suspensies van calciumhydroxide en calciumsilicaatcement stimuleren het regeneratievermogen van pulpaweefsel. Calciumsilicaatcementen, zoals MTA of Biodentine™, zijn ten opzichte van een waterige suspensie van calciumhydroxide chemisch stabieler en sluiten het pulpaweefsel hermetisch af, waardoor er geen bacteriële lekkage optreedt. De slagingspercentages van vitale-pulpabehandelingen zijn niet afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en de plek en de omvang van de pulpa-expositie. Wel zijn achtergebleven cariës, micro-organismen en monomeren in vulmaterialen ongunstig voor het welslagen, omdat ze weefselontstekingen kunnen veroorzaken. De pulpa mag niet gecontamineerd worden met micro-organismen. Daarom is het raadzaam bij het behandelen van diepe cariëslaesies een rubberdam te gebruiken en bij het excaveren te verhinderen dat de geïnfecteerde dentine de pulpa (verder) besmet. De caviteit moet na het overkappen van de pulpa in dezelfde zitting voorzien worden van een definitieve, lekvrije restauratie. Met deze voorzorgsmaatregelen heeft de vitaliteitsbehoudende behandeling een slaagkans van 80%.
Met de huidige stand van de wetenschap zijn vitale-pulpabehandelingen geïndiceerd bij gebitselementen die asymptomatisch zijn of hooguit symptomen van een reversibele pulpitis vertonen. Het bewijs dat vitale-pulpabehandelingen ook bij gebitselementen met een irreversibele pulpitis succesvol zijn, is nog zwak. Er is hierover nog geen langetermijnonderzoek voorhanden. Op basis van de huidige gegevens lijkt een partiële of totale pulpotomie bij een irreversibele pulpitis een goede behandeloptie als alternatief voor een vitaalextirpatie en wortelkanaalbehandeling.
Het ligt in de rede dat de behandeling van diepe cariëslaesies door voortschrijdende kennis over het wel en wee van de pulpa en het op de markt komen van betere overkappingsmaterialen de komende jaren steeds meer zal veranderen in een aanpak die erop gericht is de pulpa zo lang mogelijk vitaal te houden.