Egmond-Schuitemaker protocol bij aspecifieke en mild specifieke schouderpijn
Na het volgen van de cursus is de fysiotherapeut bekend met de theoretische achtergronden en praktische mogelijkheden van de best mogelijke conservatieve aanpak (het onderzoeken, behandelen en begeleiden) van patiënten met aspecifieke en mild specifieke schouderpijn (evidence based).Prijzen
Beroepen
Aspecifieke schouderpijn wordt ook ‘medisch onbegrepen’ schouderpijn genoemd omdat de pijn niet direct in verband kan worden gebracht met medisch aantoonbare schade of anatomische afwijkingen. Dit geldt voor het merendeel van de schouderpatiënten in de dagelijkse huisartsen- en fysiotherapeutenpraktijk.
Bij mild specifieke schouderpijn is er sprake van geringe aantoonbare schade (met MRI, X-foto, echografie) die goed reageert op conservatieve aanpak. Dit kan worden gestaafd met de“24 uur regel”. Het klassieke ‘impingementsyndroom’ van de schouder is het totaal van symptomen en tekenen dat in verband kan worden gebracht met een scala aan stoornissen binnen en buiten het glenohumerale systeem (de Humeroscapular Motion Interface). Zoals functiestoornissen van de wervelkolom, coördinatiestoornissen in de spierfunctie van de schoudergordel (scapuladyskinesie) en schouderinstabiliteit . Op de lange duur kan dit zeker ook tot medisch aantoonbare schade leiden binnen en buiten het schoudergewricht (specifieke schouderpijn). Binnen het klinisch redeneren krijgen de richtlijnen, het meerdimensionale belasting- belastbaarheidmodel (de emmer- en gazonmetafoor) en de contextuele factoren een belangrijke plaats. Het onderzoek- en behandelprotocol van Egmond en Schuitemaker wordt daarom gedifferentieerd aan de hand van 3 protocolprofielen. De multidisciplinaire richtlijn Subacromiaal Pijn Syndroom (SAPS) uit 2012 en de Clinical Practice Guidelines (APTA) uit 2013 met betrekking tot de “Adhesive Capsulitis” (Frozen Shoulder) nemen een belangrijke plaats in tijdens deze praktijkgerichte cursus voor eerste lijns fysio- en manueeltherapeuten. Ruud Schuitemaker maakt deel uit van de SNN-expertcommissie Frozen Shoulder. Deze hield zich bezig met de ontwikkeling van een Nederlandse richtlijn voor conservatieve aanpak van de FS.