Glaucoom

glaucoomfarmacieOogdruppelgebruikfysiologie van het oog
In deze nascholing komen de verschillende soorten, oorzaken en diagnostiek van glaucoom aan bod. We gaan hierbij ook kort in op de fysiologie van het oog. De diverse behandelingsmogelijkheden van glaucoom worden besproken, waarbij de nadruk uiteraard zal liggen op de medicamenteuze behandeling. Twee oogaandoeningen die bij (oudere) mensen ook een oorzaak kunnen zijn van een verminderde visus zijn staar (cataract) en maculadegeneratie. Om het verschil in klachten en etiologie met glaucoom aan te geven, worden deze twee oogaandoeningen kort besproken.
57.5
4 Punten
E-learning

Prijzen

Regulier € 57.5

Beroepen

Apothekersassistent
4 Punten
OF
Farmaceutisch Consulent
4 Punten
OF

Sprekers

M.D. (Marjolijn) Vijverberg-Vermaas

Auteur
M.D. (Marjolijn) Vijverberg-Vermaas heeft jarenlang als openbaar apotheker in Hoogland gewerkt. Sinds 2006 houdt zij zich bezig met het ontwikkelen en schrijven van geaccrediteerde nascholing voor apothekers en apotheekassistenten. De auteur heeft geen financiële banden met de farmaceutische industrie, ontvangt geen onderzoeksgeld van commerciële partijen en heeft geen bedrijfsbelangen of andersoortige financiële relaties met betrekking tot dit onderwerp.

Doelen

Na afloop van deze nascholing:

bent u op de hoogte van de epidemiologie, pathofysiologie, etiologie en diagnostiek van glaucoom;
is uw kennis over de verschillende medicamenteuze behandelmogelijkheden van glaucoom weer up-to-date;
kunt u patiënten optimaal begeleiden bij het gebruik van de (oogdruppel)medicatie;
kunt u patiënten verwijzen naar betrouwbare online informatiebronnen;
heeft u nuttige handvatten voor informatiegesprekken bij de eerste en latere uitgiften van medicatie.
Omschrijving

Glaucoom is een veelvoorkomende oogziekte bij ouderen. Glaucoom wordt gekenmerkt door een combinatie van kenmerkende veranderingen aan de kop van de oogzenuw en gezichtsvelduitval, veelal veroorzaakt door een te hoge intraoculaire druk (oogdruk). Glaucoom kan echter ook ontstaan zonder dat er sprake is van een te hoge intraoculaire druk. De bloedvoorziening van het oog en de oogzenuw spelen ook een belangrijke rol bij het ontstaan van glaucoom.

Glaucoom is meestal chronisch en de schade aan de oogzenuw is onomkeerbaar. In de beginfase van glaucoom merkt de patiënt niets. Vandaar dat het vroegtijdig opsporen van glaucoom belangrijk is. Met behandeling in een vroeg stadium is het mogelijk schade aan het gezichtsveld te beperken of de progressie van schade te vertragen. Onbehandeld kan glaucoom leiden tot slechtziendheid of zelfs blindheid. Glaucoom komt meestal aan beide ogen voor.

Voor de behandeling van glaucoom wordt meestal eerst gekozen voor oogdruppels. Er zijn veel verschillende soorten oogdrukverlagende oogdruppels. De oogarts zal de soort oogdruppels zo kiezen dat een maximaal oogdrukverlagend effect gepaard gaat met minimale bijwerkingen. Het is belangrijk dat de patiënt van het oogdruppelen een vaste gewoonte maakt, zodat geen druppels worden vergeten, zeker in geval er sprake is van dubbel- of zelfs triple-therapie. De techniek van het oogdruppelen kan in het begin problemen geven. Goede voorlichting over werking en bijwerking van de gebruikte medicatie, het monitoren van de therapietrouw en hulp bij de manier van druppelen en andere praktische tips bij druppelen zijn bij uitstek zaken waar een apotheek zijn meerwaarde kan laten zien.

Deze nascholing is gebaseerd op de NHG-Standaard Visusstoornissen (2015), aangevuld met de meest recente informatie van de Nederlandse Glaucoom Groep van het NOG met hun addenda richtlijn Glaucoom, 2019 en de richtlijn Terminology and guidelines for glaucoma, 5th ed., 2020 van de European Glaucoma Society (EGS).

In deze nascholing komen de verschillende soorten, oorzaken en diagnostiek van glaucoom aan bod. We gaan hierbij ook kort in op de fysiologie van het oog. De diverse behandelingsmogelijkheden van glaucoom worden besproken, waarbij de nadruk uiteraard zal liggen op de medicamenteuze behandeling. Twee oogaandoeningen die bij (oudere) mensen ook een oorzaak kunnen zijn van een verminderde visus zijn staar (cataract) en maculadegeneratie. Om het verschil in klachten en etiologie met glaucoom aan te geven, worden deze twee oogaandoeningen kort besproken.

Gezien het belang van een goede oogdruppeltechniek voor een maximaal effect van de therapie, wordt ook daaraan de nodige aandacht gegeven, inclusief adviezen over eventuele hulpmiddelen daarbij.

Tot slot besteden we aandacht aan de invloed van het preferentiebeleid op de glaucoombehandeling en eventuele geneesmiddeltekorten.

Inhoud

BLOK A Epidemiologie, pathofysiologie, etiologie en diagnose

A1 Epidemiologie

A2 Pathofysiologie en etiologie

A3 Diagnose

BLOK B Behandeling, oogdruppelgebruik en rol van de apotheek

B1 Behandeling

B2 Oogdruppelgebruik

B3 Rol van de apotheek

Actie en verantwoording

Nadere bespreking vragen en casuïstiek 

Literatuur 

Opdrachtblad ‘Invoering in de apotheek’ 

Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ) 

Toets voor Farmaceutische consulenten 2022/1

AccreDidact BV

AccreDidact biedt nascholing in de vorm van eLearning met online toets en een papieren naslagwerk. In een online persoonlijk nascholingsdossier houdt u uw vorderingen bij en vindt u een actueel overzicht van behaalde punten. Binnen het voordelige abonnement ontvangt u verspreid over het jaar de boekjes en kunt u online via de besloten website nascholen. Heeft u de toets behaald? Dan worden uw nascholingspunten direct bijgeschreven.
info@accredidact.nl
0306355054
37, De Molen, Houten, 3994DA

Gerelateerde cursussen

11 Sep
Sep
09:00
€ 530

PAOFarmacie

Classroom
BCN Utrecht
9
De mate van effectiviteit of toxiciteit van farmacologisch actieve stoffen verschilt van mens tot mens. Het genotype van de gebruiker is één van de factoren die invloed heeft op de individuele reactie op een geneesmiddel. Een polymorfisme in het gen, dat codeert voor een specifiek enzym, kan leiden tot een hogere of lagere enzymactiviteit in vergelijking met personen die deze mutatie niet hebben. De isoenzymen van het cytochroom P450 zijn het meest bekende voorbeeld hiervan. Andere voorbeelden zijn HLA, met betrekking tot overgevoeligheidsreacties, of de transporter SLCO1B1, met betrekking tot myopathie bij statines.
€ 530
21
Feb
2024
20
Feb
2026

PAOFarmacie

E-learning
3-4
In de e-module Oncologie heeft u de mogelijkheid om de kennis ten aanzien van oncologie op te frissen.
€ 115

PAOFarmacie

E-learning
3
De e-module Farmacogenetica geeft u inzicht in de invloed van feno- en genotype op de uiteindelijke verschijningsvorm van eiwitten zoals enzymen. Er wordt ingegaan op de gevolgen die dit kan hebben op de afbraak en uitscheiding van geneesmiddelen. Wanneer is het voldoende om de dosering aan te passen en wanneer kan een geneesmiddel beter niet meer geven worden?
€ 105

SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy

Incompany
13.5-14
De module palliatieve zorg richt zich op behoeften van patiënten in de palliatieve en terminale fase, farmacotherapeutische behandeling, palliatieve sedatie en euthanasie, communicatie met patiënten en mantelzorgers en aandachtspunten voor implementatie en samenwerking met andere zorgverleners.
€ 650

PAOFarmacie

Incompany
6
De nascholing Diabetes mellitus type 2 voor en na bariatrische chirurgie behandelt de invloed van reguliere en nieuwe bloedsuikerverlagende middelen op het lichaamsgewicht. De cursus gaat in op de veranderingen van het maagdarmkanaal na de verschillende bariatrische ingrepen en het effect daarvan op diabetes mellitus en het gebruik van bloedsuikerverlagende middelen. Na het volgen van deze nascholing kunt u weloverwogen beslissingen nemen over de rationale van combinaties van antidiabetica en kunt u adviseren over het gebruik antidiabetica bij patiënten die een bariatrische ingreep hebben ondergaan.
Op aanvraag

PAOFarmacie

Incompany
3
In de praktijk blijkt het voor veel apothekers lastig te zijn om farmacogenetica toe te passen. Daarom bieden wij de verdiepingscursus Farmacogenetica in de praktijk aan. Na een korte opfrissing van de lesstof van de basiscursus gaat u met behulp van casuïstiek dieper in op de toepasbaarheid van farmacogenetica in de dagelijkse praktijk. U leert waar u op het internet reactievergelijkingen kunt vinden, hoe u een gericht advies kunt opstellen en op welke manier u dit advies het best kunt communiceren naar de aanvrager.
Op aanvraag

PAOFarmacie

Incompany
3
De nascholing Farmacotherapie bij dialyse gaat in op de effecten die dialyse kan hebben op de farmacokinetiek van geneesmiddelen. In de cursus is aandacht voor de epidemiologie van nierfunctievervangende technieken en de invloed die dialyse heeft op de kwaliteit van leven. Verder wordt ingegaan op de pathofysiologie bij het eindstadium nierfalen en de verschillende dialysetechnieken die er zijn en hoe het medicatiegebruik hierop kan worden afgestemd. Aan de hand van praktijkvoorbeelden leert u hoe u farmacotherapie bij dialyse kan optimaliseren.
Op aanvraag

PAOFarmacie

Incompany
3
De nascholing Farmacotherapie na bariatrische chirurgie gaat in op de effecten die een bariatische ingreep heeft op de farmacokinetiek en farmacodynamiek van geneesmiddelen. De cursus behandelt de middelen die gecontra-indiceerd zijn na bariatrische chirurgie. Ook de geneesmiddelen en supplementen die de patiënt juist wel moet gebruiken komen aan bod. U leert ook voor welke middelen therapeutic drug monitoring noodzakelijk is. Na het volgen van deze cursus bent u in staat het geneesmiddelengebruik van patiënten met een bariatrische ingreep te optimaliseren.
Op aanvraag

PAOFarmacie

Incompany
3.5
Anemie en vitamine deficiënties zijn veelvoorkomende aandoeningen bij oudere patiënten die ons regelmatig voor klinische dilemma’s plaatsen. In deze cursus wordt dieper ingegaan op de oorzaken, gevolgen, diagnostiek en behandeling van de verschillende typen anemie. Daarnaast is aandacht voor klachten en risico’s, oorzaken, diagnostiek en behandeling van een tekort aan vitamine B1 en B6 én de laatste stand van zaken voor wat betreft de behandeladviezen over suppletie van vitamine D en calcium. Aan de hand van casuïstiek leert u door klinisch farmaceutisch te redeneren een afgewogen behandeladvies te formuleren passend bij de situatie van de patiënt.
Op aanvraag

PAOFarmacie

Incompany
4
Tijdens de Update nieuwe geneesmiddelen bespreekt expert prof. dr. Ton de Boer de nieuwste geneesmiddelen. Het bijwonen van deze sessies is de ideale manier om nieuwe geneesmiddelen zo snel mogelijk in FTO of geneesmiddelcommissies te agenderen. Daarna hebt u de gelegenheid uw vragen te stellen. Zo bent u snel in staat om binnen uw FTO of geneesmiddelencommissie in het ziekenhuis deze middelen te bespreken.
Op aanvraag