Inleiding

(Huis) artsen die in instellingen werken, krijgen te maken met vragen rond psychiatrische ziekten en afwijkend gedrag die veel verder gaan dan wat ze in de huisartsopleiding geleerd hebben. Ook krijgen ze te maken met de complicaties van psychofarmaca-gebruik die lang niet altijd tijdig onderkend worden. Persoonlijkheidstoornissen en psychose zorgen ervoor dat patiënten de wereld door hun eigen bril bekijken. In de communicatie is er dan nogal een kloof te overbruggen. Hoe kom je in contact met een patient die psychotisch is ? Moet je meegaan in de waan, of juist niet ? Hoe handel je in het belang van de patient met een persoonlijkheidsstoornis, terwijl je zelf je grenzen blijft bewaken ? Hoe zorg je ervoor dat alle ruis niet tot fouten leidt ? Psychofarmaca veroorzaken soms ook dilemma’s – door hun bijwerkingen op de stofwisseling kunnen ze diabetes en vetstofwisselingsproblemen veroorzaken, met alle hart-envaat-risico’s van dien. Waar moet je bij deze groep op letten, hoe maak je een veilige geneesmiddelkeuze?