PIN 19/09 Zoönosen
Als huisarts ziet u gemiddeld twee tot drie zoönosen per week, vaak zonder dat u zich ervan bewust bent. Gelukkig lopen zoönotische infecties meestal goed af. Huisartsen hebben bij het signaleren van uitbraken van zoönosen een belangrijke rol. Ze vormen ook in dit opzicht de oren en de ogen van de maatschappij. Een infectieziekte als Q-koorts heeft dat laten zien.
Prijzen
Beroepen
Competenties
Als huisarts ziet u gemiddeld twee tot drie zoönosen per week, vaak zonder dat u zich ervan bewust bent. Gelukkig lopen zoönotische infecties meestal goed af. Huisartsen hebben bij het signaleren van uitbraken van zoönosen een belangrijke rol. Ze vormen ook in dit opzicht de oren en de ogen van de maatschappij. Een infectieziekte als Q-koorts heeft dat laten zien.
Leerdoelen
Na het maken van deze PIN weet u dat:
- een huisarts gemiddeld twee tot drie zoönosen per week ziet, vaak zonder dat hij of zij zich ervan bewust is;
- met name ‘YOPI’s’ (young, old, pregnant, immunodeficient: kinderen, ouderen, zwangeren en immuungecompromiteerden) kwetsbaar zijn voor zoönosen;
- u laagdrempelig kunt overleggen met een microbioloog bij twijfel over (diagnostiek naar) een zoönose en bij een BRMO (bijzonder resistente micro-organismen)-positieve (urine)kweek.