De overgang en werk

Vrouwen van 45 tot 60 jaar hebben tegenwoordig aardig wat ballen in de lucht te houden: ze werken en zijn vaak mantelzorger. Bovendien hebben ze gemiddeld later dan hun moeders kinderen gekregen, waardoor zij op hogere leeftijd met pubers te maken hebben. Door deze combinatie van factoren lijken vrouwen tegenwoordig meer overgangsklachten te ervaren dan de generaties voor hen.

De klachten zijn vaak vaag, maar niet zelden ernstig: iemand is vermoeid, slaapt slecht, ervaart gewrichtspijn of heeft last van stemmingswisselingen. Meestal denken we bij dit soort kwalen niet direct aan overgangsklachten. Dat kan ertoe leiden dat vrouwen er onnodig lang mee blijven rondlopen en er problemen thuis en op het werk kunnen ontstaan. Wil je gezondheidsrisico’s op de korte en langere termijn helpen voorkomen, dan is het verstandig om je te verdiepen in het thema Overgang en werk.

We starten deze module met het bespreken van de fysiologie van de overgang. Daarbij komen de basisbegrippen aan bod en gaan we in op typische en atypische symptomen. Aan de hand van de Greene Climacteric Scale leer je klachten gestructureerd inventariseren. Je verdiept je in risicoanalyses, interventies en behandelingsmogelijkheden. Bovendien leer je hoe je deze beleidsmatig borgt. Je werkt toe naar het begeleiden van werknemer én werkgever. Het doel: op korte termijn het werkvermogen behouden en verzuim voorkomen, en op langere termijn de vitaliteit van je cliënte vergroten.