Van hoofdklacht naar werkdiagnose

Wat ga je leren?

Steeds vaker kom je ter plaatse bij de patiënt, en blijkt de patiënt meer huisarts gerelateerde klachten te hebben. Denk aan die patiënt met hoofdpijn zonder neurologische uitval. Of die hevig duizelige patiënt, wanneer is het nou een CVA en wanneer kun je ze thuis laten met de diagnose BPPD. En wat als je een patiënt hebt met hevige rugpijn, welke testen kun je doen om te weten of je deze patiënt nu wel of niet naar de SEH moet brengen. Deze en nog veel meer andere problematiek gaan we behandelen tijdens de eendaagse training: Van hoofdklacht naar werkdiagnose.

Bij ieder thema worden anamnestische vragen en diagnostische testen behandeld die een uiteindelijke diagnose waarschijnlijker of onwaarschijnlijker maken. En hoe en wanneer kun je de huisarts van de patiënt hierin betrekken? Of moeten we toch vervoeren naar het ziekenhuis. De gehele training is erop gericht om nog veiligere en betere zorg te kunnen bieden aan onze patiënten.

Van wie ga je leren?

De training wordt verzorgd door huisartsen die weten hoe het werkt in ons acute werkgebied. Beiden zijn tevens Kaderarts Spoedzorg. Zij zullen samen met jullie ingaan op zes thema’s: hoofdpijn, buikpijn, duizeligheid, rugpijn, pijn op de borst en dyspnoe.

Concreet worden de volgende ziektebeelden behandeld:

• Hoofdpijn: clusterhoofdpijn, migraine, spanningshoofdpijn, CVA en acuut glaucoom
• Duizeligheid: BPPD, neuritis vestibularis, vagale klachten en orthostase
• Dyspnoe: longembolie, pneumonie, pneumothorax, decompensatio cordis en COPD
• Pijn op de borst: ACS, AP-klachten, costomyalgeen syndroom en aortadissectie
• Buikpijn: dyspepsie, galsteenlijden, cholecystitis, appendicitis en diverticulitis
• Rugpijn: aneurysma, urolithiasis, radiculairsyndroom en acute lage rugpijn

Hoe ga je leren?

We gaan ervan uit dat je een goed anamnesegesprek kunt voeren volgens een stappenplan (OPQRST, VALTIS etc.) en dat je de LPA-protocollen goed beheerst. Tijdens de training zullen de artsen kort ziektebeelden theoretisch uitleggen en je vooral lichamelijk onderzoek actief laten oefenen. Alle bovengenoemde ziektebeelden komen zowel theoretisch als praktisch aan bod en zal je handvatten geven voor de praktijk.