CGt bij Paniekstoornis – protocollaire behandeling op maat
In deze workshop wordt aandacht besteed aan de theorievorming rond paniekstoornis en de daarmee vaak gepaard gaande agorafobie.Prijzen
Beroepen
Introductie/inhoud: De behandeling van paniekstoornis wordt veelal gezien als het paradepaardje van de cognitieve gedragstherapie. In de (inter)nationale richtlijnen geldt CGt dan ook als de standaard (protocollaire) behandeling. Nadere inspectie van de wetenschappelijk stand van zaken laat niettemin zien dat de effectiviteit van CGt bij paniekstoornis flink te wensen over laat en dat over de lange termijneffecten nauwelijks iets bekend is. Zeker is niettemin dat het risico op terugval geenszins denkbeeldig is. Er is dan ook geen reden om zelfgenoegzaam achterover te gaan zitten; er is veel ruimte voor verbetering van de bestaande protocollaire behandeling. Geïnspireerd door het werk Craske en collega’s en ter zake relevante theorievorming in de wetenschappelijke psychologie wordt binnen Geïntegreerde Cognitieve Gedragstherapie (GCGt) die verbetering met name gezocht in patiënt-specifieke casusconceptualisatie en de daarop te baseren ‘geïntegreerde’ behandeling.
In deze workshop wordt aandacht besteed aan de theorievorming rond paniekstoornis en de daarmee vaak gepaard gaande agorafobie. Van daaruit wordt een toelichting gegeven op en geoefend met de patiënt-specifieke GCGt-casusconceptualisatie van paniekstoornis. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van betekenis-analyses (BA) en daaraan gekoppelde functie-analyses (FA) de zogenoemde Lines of Defense. De verwachting is dat een dergelijke geïntegreerde denk en doe-wijze enerzijds de kans op succesvolle behandeling van paniekstoornis (met agorafobie) verhoogt, en anderzijds een kader biedt waarmee vastgelopen behandelingen vlot getrokken kunnen worden en tevens de kans op terugval kan worden verminderd.
Zijdelings wordt aandacht besteed aan ontwikkelingen m.b.t. het verzwakken van zogenoemde flashforwards