Beweegprogramma's (deel 1)
Na deel 1 kan de deelnemer de generieke delen van een beweegprogramma voor mensen met een chronische aandoening invullen.Prijzen
Beroepen
Sprekers
Peter Glashouwer
Fysiotherapeut, docent fysiotherapie aan de Hogeschool Utrecht
Drs. Gerard van der Poel
Inspanningsfysioloog
Dimitri Stefas
Sportfysiotherapeut
Doelen
Na deel 1 kan de deelnemer:
Regelmatig bewegen heeft een gunstig effect op de algemene gezondheidstoestand. Lichaamsbeweging verlaagt de kans op hart- en vaatziekten, osteoporose, Diabetes Mellitus (type 2), dikke darmkanker, angst en depressie. Lichamelijke activiteit heeft een directe en een indirecte invloed op de kans op hart- en vaatziekten, en kan een gunstig effect hebben op bloeddruk, lichaamsgewicht en het profiel van vetten in het bloed. Het is echter gebleken dat een te klein deel van de Nederlandse bevolking voldoende lichamelijk actief is. Bij mensen met een chronische aandoening is dit aantal nog groter. Hierbij komt dat zij grotere gezondheidsrisico's lopen.
De rol van de fysiotherapeut
In de komende tijd zal preventief bewegen een belangrijke rol gaan spelen in de gezondheidszorg. Op het terrein van de preventie zijn meerdere disciplines actief. Het is daarom belangrijk dat de fysiotherapeut zich goed positioneert. De kracht van de fysiotherapeut ligt vooral in het aanbieden van een programma gericht op het structureel veranderen van het beweeggedrag van mensen. De fysiotherapeut onderscheidt zich doordat hij/zij gespecialiseerd is in het begeleiden van mensen met een verminderde belastbaarheid van het bewegingsapparaat, van chronisch zieken en van ouderen.
Daarnaast is ook denkbaar dat de fysiotherapeut een coördinerende rol op zich neemt. In een intake kan de fysiotherapeut vaststellen welke mensen in aanmerking komen voor reguliere sport- en bewegingsactiviteiten, welke mensen aangepaste vormen van bewegen nodig hebben en voor welke mensen fysiotherapeutische begeleiding of therapie vereist is.
Beweegprogramma's voor mensen met chronische aandoeningen
In samenwerking met diverse onderzoeksinstituten en TNO Kwaliteit van leven heeft het KNGF een negental beweegprogramma's ontwikkeld voor mensen met een chronische aandoening. Doelstelling van deze programma's is bewegingsstimulering. Het beweegprogramma richt zich naast bewegingsstimulering op het bevorderen van een actieve leefstijl. Kortom een programma dat zich positioneert als een lifestyle-interventie. Om het beweeggedrag van mensen te veranderen moet aansluiting worden gezocht bij de stadia die in gedrag van mensen kunnen worden onderscheiden. Ieder stadium kent zijn specifieke informatiebehoefte en deze staat los van test- of trainingsresultaten. Om goed op deze stadia in gedrag te kunnen aansluiten moet maatwerk in de informatievoorziening geleverd worden.
Opzet van het onderwijs
Deel 1 bestaat uit 5 dagdelen. In deel 1 komen de onderwerpen ziekte, gezondheid, gedrag en gedragsverandering aan de orde. Daarnaast worden de algemene aspecten van de intakeprocedure en de benodigde inspanningsfysiologie en trainingsleer gekoppeld aan de opzet en uitvoering van een beweegprogramma.
Per doelgroep wordt er een twee- of driedaagse vervolgmoduul georganiseerd waarin de consequenties van de ziekte/aandoening voor de intake en de trainbaarheid worden belicht. Daarnaast wordt op basis van casuïstiek, en daar waar mogelijk met echte patiënten, de opzet en praktische uitvoering van het beweegprogramma geoefend.
De volgende 6 modulen binnen deel 2 zijn reeds ontwikkeld:
- COPD;
- Diabetes Mellitus (type 2);
- Coronaire hartaandoeningen;
- Artrose;
- Osteoporose;
- Oncologie.