Training CGT - Ultra High Risk
De training is gericht op Cognitieve gedragstherapie bij mensen met een risicoprofiel op het ontwikkelen van een eerste psychotische episode. Vroegdetectie en vroegbehandeling zijn bij meerdere ziekten en stoornissen efficiënt en kosteneffectief. Net als bij de oncologie is het ook in de psychosezorg zinvol gebleken. De ingrepen zijn beperkter in omvang, succesvoller, de prognose is beter, en de gezondheidswinst wordt bereikt tegen lagere kosten dan niets doen.Prijzen
Beroepen
Doel & Methode
De cognitief-gedragstherapeutische vaardigheden vergroten op het gebied van casusformulering, metacognitieve psycho-educatie en behandeling van subklinische psychose symptomen. Na afloop kan de deelnemer bij individuele cliënten een probleemformulering maken van de (subklinische) psychose-klachten en een CGT-behandelplan opstellen en uitvoeren conform het CGT- At Risk Mental State (ARMS)-protocol. Ook kan de deelnemer de klachten meten om het effect te monitoren.
Inhoud/programma
Tijdens de training wordt de achtergrond, wetenschappelijke onderbouwing en rationale van het CGT-ARMS-protocol gepresenteerd zoals ontwikkeld binnen de EDIE-NL studie. Daarbij komen ook de belangrijkste concepten rondom vroegdetectie en het cognitieve model van psychose kort aan bod. De training richt zich vooral op de praktische uitvoering van het CGT-ARMS protocol omgaan met buitengewone ervaringen. Het doel van deze interventie is de lijdensdruk en hinder als gevolg van deze ervaringen verminderen, en zo ook de kans verkleinen dat die ervaringen het leven van de persoon gaan overheersen. Deze interventie bestaat uit psycho-educatie, een persoonsgerichte training in cognitieve tendensen en cognitieve gedragstherapie.
In de training worden presentatie, oefening, en het evalueren van ingebrachte video’s afgewisseld.
Alle stappen in het protocol komen aan bod en worden geoefend: samen begrijpen wat er allemaal speelt (inclusief klachten inventarisatie), probleemformulering en hersteldoelen stellen, werken aan verandering (interventie), en vasthouden en uitbouwen van hetgeen bereikt is. Specifieke interventies worden geoefend, waarbij de focus ligt op het uitvoeren van gedragsexperimenten.
Eindtermen
• Kennis en vaardigheden van algemeen gedragsbeïnvloedende (gespreks)technieken
• Kennis van het cognitieve model van het ultrahoog risicoprofiel en van psychose
• Specifieke therapeutische deelvaardigheden betreffende cognitieve gedragstherapie
gericht op het verminderen van de lijdensdruk onder en hinder van buitengewone ervaringen
• Kennis van werkwijzen en procedures in een Vroegdetectie- en Vroegbehandelingsteam.