Deze cursus is verlopen

verdiepingscursus oogheelkunde STOOHN 24-1-2019

oog

De verdiepingscursus oogheelkunde is met name bedoeld voor huisartsen ingeschreven in het register CHBB oogheelkunde en de cursus wordt jaarlijks georganiseerd. De cursus wordt gegeven door STOOHN in samenwerking met de Universiteit Maastricht afdeling huisartsgeneeskunde. De cursus is geaccrediteerd voor 6 oogheelkundige punten.

350
6 Punten
Nascholing
Physical course - single

Prijzen

Regulier € 350

Beroepen

Arts voor verstandelijk gehandicapten
6 Punten
ABC1
Huisarts
6 Punten
ABC1
Physician Assistant
6 Punten
ABC1
Specialist ouderengeneeskunde
6 Punten
ABC1

Competenties

Medische handelen 80 %
Kennis en wetenschap 20 %
Omschrijving

Omschrijving

De huisarts wordt met vrijwel alle facetten van de oogheelkunde geconfronteerd en dient deze uit te oefenen met als basispakket de kennis en kunde zoals omschreven in de eindtermen van de huisartsopleiding en de NHG-standaarden. De huisarts met specifieke kennis en kunde op oogheelkundig gebied biedt, naast een ruimer pakket, kwalitatief hoogstaande zorg op dit specifieke terrein.

Inleiding

De verdiepingscursus oogheelkunde is met name bedoeld voor huisartsen ingeschreven in het register CHBB oogheelkunde en de cursus wordt jaarlijks georganiseerd. De cursus wordt gegeven door STOOHN in samenwerking met de Universiteit Maastricht afdeling huisartsgeneeskunde. De cursus is geaccrediteerd voor 6 oogheelkundige punten.

Leerdoelen

Zo moet de oogheelkundig bekwame huisarts in staat zijn:

• onderscheid te maken tussen ongecompliceerde refractieafwijkingen en gecompliceerde refractieafwijkingen en op basis daarvan een gericht behandeladvies te kunnen opstellen;

• kleine oogheelkundige kwalen als bijvoorbeeld een chalazion, chronische blepharitis en de meeste corpora aliena zelf te kunnen onderzoeken en behandelen. Middels kleine chirurgie perioculaire structuren kunnen behandelen en de proef van Anel kunnen uitvoeren.

• een cataract te kunnen beoordelen met behulp van een spleetlamp en op basis daarvan te kunnen bepalen wat de juiste vervolgbehandeling moet zijn (bijvoorbeeld afwachten of verwijzen bij indicatie voor een operatieve therapie);

• middels de directe en indirecte fundoscopie en via de spleetlamp patiënten met diabetes en andere aandoeningen van het achterste oogsegment te vervolgen en op het juiste moment te verwijzen (de kern vormt hierbij: geen patiënten verwijzen die geen afwijkingen hebben);

• een applanatietonometrie als onderdeel van het oogonderzoek uit te voeren ter bepaling van de oogboldruk en goed gereguleerde glaucoompatiënten (samen met de oogarts) te vervolgen (controles);

• adequate voorlichting te geven aan de patiënt m.b.t. oogheelkundige afwijkingen en brillen;

• oogheelkundige kennis beter te integreren met kennis van overige aandoeningen.

UM Maastricht afd. huisartsgeneeskunde

bia@hag.unimaas.nl
1, P. Debyeplein, Maastricht, 6229HA