Suïcidaliteit: signaleren en interveniëren
Op jaarbasis zijn er honderdduizenden mensen die aan suïcide denken en tienduizenden die suïcidepogingen doen. Dit vraagt veelvuldig inzet van onder meer huisarts, SEH en crisisdienst GGZ.
Prijzen
Beroepen
Competenties
Sprekers
P. van Hoek
opleider-trainer sociale psychiatrie
Paul van Hoek is opleider-trainer sociale psychiatrie met als speciaal aandachtspunt suïcidepreventie. Hij werkte tien jaar als sociaal psychiatrisch verpleegkundige in de crisisdienst van de RIAGG Nijmegen en was daarnaast methodiekdocent aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Sinds 1999 is hij mede-eigenaar van Leijten & van Hoek. Dit bedrijf richt zich op advies en dienstverlening aan woningcorporaties in situaties waar psychiatrische problemen het wonen ontregelt. Sinds 2015 werkt hij parttime als POH-GGZ in een huisartsenpraktijk in Arnhem. Vanuit onderwijs en advieswerk groeide de behoefte om weer in de praktijk aan de slag te gaan. Voor psychiatrische problemen is zijn uitgangspunt: ‘Hoe normaler je doet tegen mensen met psychiatrische problemen, hoe normaler ze blijken te zijn.’ Voor suïcidepreventie promoot hij een zero suicide mindset. Paul van Hoek is met Frans Brinkman coauteur van ‘Eigenlijk zegt u dat u dood wilt?!’ en ‘Wat is gek?’
Doelen
Het thema is enigszins taboe; de patiënt heeft tegemoetkoming nodig om zijn aarzeling of schaamte te overwinnen. De huisarts krijgt in deze cursus handvatten om suïcidaliteit te signaleren, bespreekbaar te maken én te omgeven met zorg die risico’s vermindert. Na de gedeelde constatering dat er sprake is van suïcidaliteit, is de centrale vraag wat te toen om het acute gevaar af te wenden. Met recht kan gesproken worden van een flitsdiagnose bij een precair issue.
Deze cursus bestaat uit een module en een eindtoets.
‘Suïcidaliteit: signaleren en interveniëren’ helpt huisartsen meer greep te krijgen op het interventieproces bij patiënten die zich suïcidaal uiten of bij wie een vermoeden van suïcidaliteit ontstaat. Onderzoek wijst uit dat nagenoeg alle mensen die zich suïcideren of een poging daartoe doen, kort daarvoor hulpverleningscontacten hebben gehad. Deze mensen hebben zich daarin niet altijd expliciet uitgesproken, maar ook blijkt dat artsen en andere hulpverleners niet altijd doordringen tot de ernst van de situatie. Ook professionals kunnen te terughoudend zijn. Onderzoek toont echter onmiskenbaar een preventieve werking aan van een directe, open communicatie over de gemoedstoestand van mensen met zelfdodingsoverwegingen.
Programma
Module
Introductie
Inleiding
Suïcidepreventie in termen van zorgethiek
• Suïcidaliteit: verenging en verwarring
• Inbedding suïcidepreventie
Structuur in suïcidaliteit en het gesprek erover
• Bronnen van suïcidaal gedrag
• Risicoprofielen
• CASE-interview
Signalen en vermoedens
• De aanloop tot vermoedens
• Signalen van suïcidaliteit
Uitvragen vermoeden, uitspreken constatering
• Contact maken, normaliseren
• Onderwerpen ter exploratie
Inschatten van ernst: zwaarte en haast
• Suïcidaliteit nauwkeurig vastgesteld
• Visualiseren suïcidaliteit
Het helpende repertoire bij suïcidepreventie
Concretiseren in een actieplan
• Actuele clustering naar levensgebieden
• Zorgcontinuïteit
Werken met naasten, derden, omgeving
• Het consult in relatie tot ‘derden’
• Stresserende naasten
• Lokale intersectorale samenwerking
• Privacyreglement
Eindtoets