Deze cursus is verlopen

CME-Academy - Nieuwe antistollingsmiddelen in de huisartspraktijk

Circulatorius

De e-learning  Nieuwe antistollingsmiddelen in de huisartspraktijk  gaat in op het belang van het toepassen van antistollingsmiddelen in de huisartspraktijk bij het ziektebeeld atriumfibrilleren. De Nederlandse bevolking wordt steeds ouder en dit gaat gepaard met de toename van een aantal gezondheidsproblemen, waaronder atriumfibrilleren. Om een beroerte, een mogelijke complicatie van atriumfibrilleren, te voorkomen kunnen orale...

Gratis
2 Punten
E-learning
E-learning

Prijzen

Gratis
Opmerking :Dankzij een unrestricted educational grant van Pfizer B.V. kunnen deelnemers de nascholing gratis volgen.

Beroepen

Arts voor verstandelijk gehandicapten
23 Oct 2017
22 Oct 2019
2 Punten
ABC1
Huisarts
23 Oct 2017
22 Oct 2019
2 Punten
ABC1
Physician Assistant
23 Oct 2017
22 Oct 2019
2 Punten
ABC1
Specialist ouderengeneeskunde
23 Oct 2017
22 Oct 2019
2 Punten
ABC1

Competenties

Medische handelen 80 %
Kennis en wetenschap 20 %
Omschrijving

Omschrijving

De e-learning Nieuwe antistollingsmiddelen in de huisartspraktijk gaat in op het belang van het toepassen van antistollingsmiddelen in de huisartspraktijk. De Nederlandse bevolking wordt steeds ouder en dit gaat gepaard met de toename van een aantal gezondheidsproblemen, waaronder atriumfibrilleren. Om een beroerte, een mogelijke complicatie van atriumfibrilleren, te voorkomen kunnen orale antistollingsmiddelen worden toegepast. De inhoud van deze cursus richt zich op het ziektebeeld atriumfibrilleren en op de kenmerken en werkingsmechanismen van de diverse beschikbare antistollingsmiddelen. Met name de NOAC’s (Niet vitamine-K-antagonisten Orale AntiCoagulantia) worden hier besproken. U krijgt praktische adviezen voor verschillende situaties waarin u te maken kunt krijgen met specifieke vragen rondom antistolling. Tevens wordt aandacht besteed aan het gebruik van antistolling bij ingrepen in de eerste lijn. Door middel van casuïstiek wordt u in de materie meegenomen.


Auteurs

  • drs. P Smits, huisarts te Zoetermeer, kaderhuisarts HVZ en huisartsopleider
  • drs. M.R.S. Tjon-A-Tsien, huisarts te Wateringen, kaderhuisarts HVZ en bestuurslid HartVaatHAG

Inleiding

De e-learning Nieuwe antistollingsmiddelen in de huisartspraktijk gaat in op het belang van het toepassen van antistollingsmiddelen in de huisartspraktijk bij het ziektebeeld atriumfibrilleren. De Nederlandse bevolking wordt steeds ouder en dit gaat gepaard met de toename van een aantal gezondheidsproblemen, waaronder atriumfibrilleren. Om een beroerte, een mogelijke complicatie van atriumfibrilleren, te voorkomen kunnen orale antistollingsmiddelen worden toegepast. De inhoud van deze cursus richt zich op het ziektebeeld atriumfibrilleren en op de kenmerken en werkingsmechanismen van de diverse beschikbare antistollingsmiddelen. Met name de NOAC’s (Niet vitamine-K-antagonisten Orale AntiCoagulantia) worden hier besproken. U krijgt praktische adviezen voor verschillende situaties waarin u te maken kunt krijgen met specifieke vragen rondom antistolling. Tevens wordt aandacht besteed aan het gebruik van antistolling bij ingrepen in de eerste lijn. Door middel van casuïstiek wordt u in de materie meegenomen.

 

Deze e-learning is mede mogelijk gemaakt door een unrestricted educational grant van Pfizer B.V.

Programma

Inhoud

  • Inleiding
  • Inventarisatiecasus
  • Atriumfibrilleren
  • De CHA2DS2-VASc score
  • Behandeling met antistollingsmiddelen
  • Werkingsmechanisme antistollingsmiddelen
  • Geen plaats voor acetylsalicylzuur bij AF
  • De farmacokinetiek van de NOAC’s
  • Indicaties en doseringen van de NOAC’s
  • Keuzehulp NOAC’s
  • Therapietrouw
  • Therapietrouw bij het gebruik van de NOAC’s
  • NOAC’s in de praktijk
  • Overstappen van een VKA naar een NOAC
  • Belangrijke aspecten bij het starten van een NOAC
  • Het informeren van de patiënt
  • Bloedingen tijdens NOAC-gebruik
  • Bespreken van de inventarisatiecasus
  • Conclusie
  • Eindtoets
  • Literatuuropgave


Leerdoelen

Leerdoelen

Na deze cursus weet de cursist:

  • In welke situaties de huisarts te maken kan krijgen met antistolling
  • Wat de risicofactoren zijn voor atriumfibrilleren
  • Wat de prevalentie is van atriumfibrilleren
  • Hoe de CHA2DS2-VASc-score bepaald moet worden
  • Wat het werkingsmechanisme is van de diverse antistollingsmiddelen
  • Wat de eigenschappen zijn van de verschillende NOAC’s
  • Wat de indicaties en doseringen zijn voor het voorschrijven van een NOAC
  • Wat de verschillen zijn m.b.t. effectiviteit en veiligheid tussen de VKA en de NOAC’s
  • Wat de resultaten zijn van de diverse (registratie)studies
  • Wat de criteria zijn om tot een keuze voor een bepaalde NOAC te komen
  • In welke gevallen een aanpassing van de dosering van de NOAC nodig is
  • Wat de contra-indicaties zijn van de NOAC’s
  • Wat de interacties zijn van de NOAC’s
  • Hoe de huisarts het NOAC-gebruik bij de patiënt moet monitoren
  • Wanneer en hoe een patiënt kan overstappen van een VKA naar een NOAC
  • Wat er moet gebeuren wat betreft het optreden van spontane bloedingen bij het gebruik van antistolling
  • Wat er moet gebeuren wat betreft antistolling bij ingrepen in de eerste lijn
  • Hoe het traject verloopt bij een patiënt die een NOAC krijgt voorgeschreven

CME-ACADEMY

redactiemedical@e-wise.nl
40, Janssoniuslaan, Utrecht, 3528AJ