Schematherapie vervolgopleiding

Voor deze opleiding gaan we ervan uit dat je de basisprincipes van Schematherapie beheerst, aangezien deze in de Schematherapie-basisopleiding al behandeld zijn. De basiskennis wordt kort herhaald, maar krijgt geen uitgebreide aandacht. De focus ligt op de opbouw van de therapie en de interventies die passen bij een gestructureerde behandeling van complexe casuïstiek. Aan de orde komen onder andere de casusconceptualisatie van verschillende persoonlijkheidsstoornissen, de therapeutische relatie, het werken met schema’s en schemamodi, omgaan met boosheid en therapieverstorend gedrag, limited reparenting en experiëntiële technieken. Ook gaan we in op de invloed van de eigen schema’s van jou als therapeut.

Alle fases van het schematherapeutische proces en de uitvoering hiervan komen in de opleiding aan de orde. Zo gaan we in de diagnostische fase in op het inventariseren, analyseren en in kaart brengen van de problematiek en het opstellen van een behandelplan. Voor de veranderingsfase ga je oefenen met interventies die zowel op gedragsverandering gericht zijn als op betekenis- en betrokkenheidsverandering. Uiteraard oefen je dan díe interventies die passend zijn bij complexe problematiek. Verder is het belangrijk dat je het inzicht en de vaardigheid verwerft om een passende techniek of interventie te kiezen en uit te voeren, al naar gelang de fase van de therapie en de dynamiek van de cliënt.

De volgende onderwerpen komen in de opleiding aan bod:

• Schematherapeutisch model en behandeling bij verschillende (persoonlijkheids)problemen.
• Analyse en conceptualisatie van schema’s en modi.
• Opzet en fasering van de schematherapeutische behandeling.
• Herkennen en hanteren van verschillende schema’s en modi, schemamodework.
• Verbreding van vaardigheden in schematherapeutische interventies: experiëntiële, cognitieve en gedragsmatige technieken.
• Therapeutische houding en hanteren van de therapeutische relatie.
• Schema’s en modi van de therapeut.
• Opbouw therapiesessie en inzet interventies.
• Inzetten van metingen, registraties en observaties.
• Opstellen, evalueren en bijstellen van een behandelplan bij complexe problematiek.
• Omgaan met gebrek aan motivatie en therapieverstorend gedrag.